Je dient 75% te behalen om te slagen op dit online Examen.We wensen je alvast heel veel succes!
Team Aventuz-Academy
Click the button below to start.
Question 1 of 40
1. Wat is Fascia?
De connectie van de zenuwlijnen binnen ons lichaam.
De verzameling van spieren & pezen in ons lichaam.
4 basisweefsels: Epitheelweefsel, spierweefsel, zenuwweefsel en bindweefsel.
De structuur van de botten van het menselijk lichaam.
Question 2 of 40
2. Wat betekent: Emotionele Functie van het Fascia-web?
Door vaak te sporten, zal je lichaam qua houding verbeteren.
Sterke emoties zullen ervoor zorgen dat je geen enkele oefening goed zal kunnen uitvoeren.
Een dysfunctie van het fasciae systeem, zal een verandering in bewegingspatroon met zich mee brengen.
Huilen tijdens het sporten & hierdoor een emotionele release te hebben, zal ervoor zorgen dat het lichaam meer ontspannen is.
Question 3 of 40
3. Wat houdt de Immuunrespons van het Fascia-web in?
Bij het falen van het Fasciaal Continuum, kunnen ontstekingen ontstaan.
Bij ontstekingen in het lichaam, zal het fascia-web heel erg gespannen staan.
Dit is een afweersysteem tegen ziektes & zal ervoor zorgen dat het lichaam afkoelt tijdens de inspanningen.
Dit systeem zorgt voor het opwarmen van het lichaam van zodra men in een koude omgeving terecht komt.
Question 4 of 40
4. Geef de andere benaming voor de spierknopen die men via Fascia-release los zal maken.
Zenuwspasmen
Trigger Points
Spiercontracties
Nerve Endings
Question 5 of 40
5. Wat is het grote voordeel van Fascia-Release?
Bewegingsvrijheid & range of motion zal verbeteren
Vermindering van range of motion
Blessure-preventie
Het lichaam wordt gewaarschuwd voor de inspanningen die zullen volgen
Question 6 of 40
6. Wat is er nog heel herkenbaar bij Fascia-release technieken?
Neuro-musculaire programmatie is beter & duurt langer
De atleet krijgt betere kennis van zijn lichaam
Het is ook eenvoudig toe te passen via Self-Myofasciale Release
Door de pijn-prikkel te voelen zal het lichaam hier de volgende keer nog heviger op reageren
Question 7 of 40
7. Wat is gerefereerde pijn?
Pijn die je voelt op exact de plaats waar het letsel zich bevindt
Pijn die je niet voelt ondanks het feit dat er weefselbeschadiging is
Pijn die door een dokter wordt omschreven & hierdoor dus mag gerefereerd genoemd worden
Pijn die zich op een andere plaats voordoet dan waar de weefselbeschadiging plaats vond
Question 8 of 40
8. Welke Myofasciale lijn is er hier te zien?
Superficial Front Line
Superficial Back Line
Deep Front Line
Spiral Line
Question 9 of 40
9. Welke is de bewegingsfunctie van de Superficial Back line?
Extensie & Hyperextensie
Flexie & Hyperflexie
Thoracale rotatie
Extensie & Hyperflexie
Question 10 of 40
10. Welke zijn de compensatie-patronen bij de Lateral Line?
Beperkte Enkel-dorsiflexie
Laterale shift thorax t.o.v. het bekken
Backward head posture
Forward head posture
Question 11 of 40
11. Hoe wordt deze myofaciale lijn genoemd?
Lareral Line
Question 12 of 40
12. Welke correctie zal er plaatsvinden na een fascia-release bij de Pectoralis-regio?
Retractie schouders zal verminderen
Hyperextensie lage rug zal verergeren
Protractie schouders zal verminderen
Optrekken van de schouders zal verminderen
Question 13 of 40
13. Welke correctie zal er plaatsvinden na fascia-release op de Trapezius?
Schouders gaan meer naar achteren trekken
Schouders zullen meer neiging hebben tot liften
De interscapulaire spieren zullen meer samentrekken
Question 14 of 40
14. Waar moet men voor opletten bij de Fascia-release van de Psoas Major?
Druk op de organen
Druk op de bot-structuur van de heup
Het teveel pulseren met de vingers tijdens de fascia-release
Tegen de richting van de spiervezels de release toepassen
Question 15 of 40
15. Wat is belangrijk tijdens de release van de TFL?
Meteen veel druk uitoefenen op de triggerpoints
Opletten voor weg glijden met de elleboog
Geleidelijk aan meer druk geven met de elleboog
De klant stabiel laten liggen om rotaties te vermijden
Question 16 of 40
16. Wat dient men altijd eerste te doen alvorens de Gluteale regio te releasen?
Maximale range knie-flexie controleren
Heup-mobiliteit checken
Hamstring lenigheid controleren
Warmte kussen leggen op de glutes zodat de spier zich eerst ontspant
Question 17 of 40
17. Waarom trilt het been tijdens een fascia-release van de hamstrings?
Omdat het een pijn prikkel ervaart
Omdat het gebruikte balletje te klein is
Omdat men de beweging te snel uitvoert
Dit is het punt waar er neuro-musculair wordt gereageerd op het einde van de mobiliteit
Question 18 of 40
18. Welke zone bij de hamstrings is cruciaal om goed te releasen?
De spierbuik van de B. Femoris
De aanhechting van de semitendinosus
De lijn tussen de B. Femoris & ITB
Alle drie de spierbuiken
Question 19 of 40
19. Wat zien we hier?
Fascia Plantaris
Fascia Solaris
Podale Fascia
Voetreflexologie
Question 20 of 40
20. Wat merken we vaak op bij klanten tijdens fascia-release?
Emotionele reactie op de pijnprikkels
In slaap vallen tijdens de behandeling
De spieren die verzuren tijdens de release
Geeuwen tijdens de behandeling
Question 21 of 40
21. Welke spier is dit en wat is de aanhechting?
M. Pectoralis Major en het acromion van de scapula.
M. Rhomboideus en processus coracoideus van de scapula.
M. Pectoralis Minor en Processus coracoideus van de scapula.
M. Pectoralis minor en acromion van de scapula.
Question 22 of 40
22. Welke spier is dit en wat is zijn unilaterale functie?
M. Quadratus Lumborum en homolaterale lateroflexie.
M. Latissimus dorsi en hulp ademhalingsspier.
M. Quadratus Lumborum en extensie van de wervelkolom.
M. Multifidus en homolaterale lateroflexie.
Question 23 of 40
23. Wat is de oorsprong van de M. Sternocleidomastoideus?
Rib 1
Manubrium sternum + Rib 1
Clavicula + acromion
Manubrium Sternum + Clavicula
Question 24 of 40
24. Welke beweging voert de M. Tibialis Anterior uit?
Plantairflexie + supinatie voet (inversie)
Dorsiflexie + supinatie voet (inversie)
Dorsiflexie + pronatie voet (eversie)
Plantair flexie + pronatie voet (eversie)
Question 25 of 40
25. Welke werking heeft de M. Tibialis posterior op de knie?
Flexie van de knie
Geen werking op de knie
Extensie van de knie
Endorotatie van de knie
Question 26 of 40
26. Wat is de oorsprong en aanhechting van de gluteus medius?
Mediale rand ilium en trochanter Major
Laterale rand ilium en Trochanter minor
Laterale rand ilium en Trochanter Major
Mediale rand ilium en Tractus iliotibialis
Question 27 of 40
27. Welke spieren zijn verantwoordelijk voor flexie van de heup?
M. Psoas, M. Iliacus, M. Tensor fascia latae, M Sartorius, M. Gracilis, M. Rectus Femoris.
M. Psoas, M. Gluteus Maximus, M. Gluteus Medius.
M. Tensor fascia latae, M. Vastus Medialis, M. Rectus Femoris, M. Piriformis
M. Quadratus Lumborum, M. Iliacus, M. Sartorius, M. Gracilis, M. Rectus Femoris
Question 28 of 40
28. Welke spier is dit en welke beweging voert hij uit?
M. Tibialis posterior + Plantair flexie van de enkel en pronatie van de voet.
M. Soleus + Dorsiflexie van de enkel en supinatie voet.
M. Soleus + Plantair flexie van de enkel en supinatie van de voet.
M. Gastrocnemius + Plantair flexie van de enkel en supinatie van de voet.
Question 29 of 40
29. Welke beweging doet de M. Semitendinosus?
Flexie van de heup + Flexie en endorotatie van de knie.
Extensie van de heup + Extensie en exorotatie van de knie.
Extensie van de heup + Flexie en endorotatie van de knie.
Flexie van de heup + Extensie en enforotatie van de knie.
Question 30 of 40
30. Welke spieren hebben hun oorsprong aan de SIAS?
M. Tensor Fascia Latae en M. Rectus Femoris
M. Sartorius en M. Tensor Fascia Latae
M. Gracilis, M. Sartorius en M. Tensor Fascia latae
M. Rectus Femoris, M. Tensor Fascia Latae en M. Sartorius
Question 31 of 40
31. Op welke van de 4 onderstaande botstructuren is een van de aanhechtingspunten van de M. Tibialis anterior?
Os Naviculare
Os Cuneiforme mediale
Os Cuboideum
Os Cuneiforme laterale
Question 32 of 40
32. Welke 3 spieren komen er samen in de pes anserinus superficialis?
Anteflexie, endorotatie en abductie
Retroflexie, endorotatie en adductie
Retroflexie, exorotatie en adductie
Anteflexie, exorotatie en abductie
Question 33 of 40
33. Uit welke 4 spieren bestaat de Rotator Cuff?
M. Supraspinatus, M. Sternocledimastoideus, M. Teres minor en M. Deltoideus
M. Sternocleidomastoideus, M. Infraspinatus, M. Subscapularis en M. Teres minor
M. Supraspinatus, M. deltoideus, M. Subscapularis en M. Infraspinatus
M. Supraspinatus, M. Infraspinatus, M. Subscapularis en M. Teres minor
Question 34 of 40
34. Wat is buiten extensie van de knie de functie van de M. Rectus Femoris?
Extensie van de heup
Dorsiflexie van de enkel
Flexie van de heup
Question 35 of 40
35. Welke van onderstaande antwoorden is GEEN oorsprong van de M. Latissimus Dorsi?
Fascia Thoracolumbalis
Angulus superior van de scapula
Angulus inferior van de scapula
Crista iliaca
Question 36 of 40
36. Welke bewegingen voert de M. Deltoideus par spinalis uit?
Question 37 of 40
37. Wat is de oorsprong van het Caput longum van de M. Biceps Brachii?
Processus coracoideus
Tuberculum supraglenoidale
Acromion
Spina scapula
Question 38 of 40
38. Welke beweging doet de M. Sartorius NIET?
Abductie van de heup/bovenbeen
Endorotatie van de heup/bovenbeen
Exorotatie van de heup/bovenbeen
Question 39 of 40
39. Welke spieren hechten aan op de trochanter major van de femur?
M. Piriformis, M. Gluteus Medius en M. Gluteus Minimus
M. Piriformis, M. Gluteus Maximus en M. Gluteus Medius
M. Gracilis, M. Gluteus Medius en M. Gluteus Minimus
M. Gracilis. M. Piriformis en M. Gluetus minimus
Question 40 of 40
40. Welke 4 bewegingen voert de M. Rectus abdominus uit?
Flexie van de thorax/wervelkolom, buikpers, homolaterale rotatie WK en uitademing
Extensie van de thorax/WK, homolaterale rotatie WK, inademing en buikpers
Flexie van de thorax/WK, kantelen bekken, buikpers en uitademing
Extensie van de thorax/WK, Kantelen bekken, buikpers en inademing